Het brandt in mij
Onpeilbaar diep brandt mijn hart.
Onwetend voor wat komen moet
ligt mijn lichaam zwaar
en staat het machteloos.
Mijn hoofd is licht maar donker.
Genadeloos onverschillig
voor lijf en leed
loopt tergend langzaam de tijd
samen met een traan naar beneden.
Weerloos vocht
jij, weer verder.
Mere, januari 2017